Aanpak houtstookschade staat nog in de kinderschoenen

690

Dit artikel is verschenen in Tijdschrift Milieu 2-2014,
http://www.vvm.info
PDF Aanpak Houtstookschade

De auteurs werken alle drie als zelfstandig
adviseur op het gebied van milieu
en duurzaamheid. Contactpersoon: Carla
Anzion, 06-53296731, c.anzion@xmsnet.nl

Eén op de tien Nederlanders ondervindt geurhinder van particuliere houtstook. Daarnaast levert deze sfeervolle verwarmingsbron allerlei gezondheidsklachten op. Niet zo vreemd, want na verkeer is houtstook de belangrijkste emissiebron van fijn stof, terwijl de verbrandingsgassen ook andere schadelijke stoffen bevatten. Vreemd genoeg is er nog nauwelijks sprake van overheidsbeleid om de overlast in te dammen.

Houtstook heeft voor sommigen het imago van natuurlijk en duurzaam, maar dat is beslist niet zonder meer het geval. Verbranding van hout levert altijd milieuverontreinigende emissies
op, die bovendien sterk toenemen als de verbranding onvolledig is.
Eén miljoen houtkachels Er zijn in Nederland circa één miljoen houtkachels en open haarden bij particulieren.
Daarnaast zijn er nog vele vuurkorven en terraskachels op hout. Met name oudere kachels zijn niet optimaal uitgevoerd om
een goede verbranding en een hoog rendement te krijgen. En bij de open haarden, vuurkorven en terraskachels is de verbranding
al helemaal niet te sturen. Lichtpunt is dat moderne kachels zijn ontworpen op een goede verbranding met een hoog rendement.
Wat de vervuiling in de hand werkt, is het feit dat er vaak niet goed wordt gestookt.
Bij de burgers is die kennis door het gebruik van aardgas verloren gegaan. Om dezelfde reden voldoet ook de brandstof vaak niet
aan de essentiële criteria van (laag) vochtgehalte en goede brandbaarheid, om nog maar te zwijgen van het verstoken van bewerkt hout en afvalstoffen.
Dit alles leidt tot emissies van fijn stof, koolmonoxide en onverbrande koolwaterstoffen die slecht zijn voor de gezondheid
en geuroverlast veroorzaken. Zeker als dan ook de afvoer van de rookgassen niet goed is, kunnen omwonenden daar hinder en
gezondheidsschade van ondervinden. Zo worden de rookgassen vaak via lage pijpjes met een verkeerd regenkapje afgevoerd, met
als gevolg dat de rookgassen zich niet goed verspreiden en bij omwonenden in tuinen en woningen terecht komen.

Paradox
Er wordt steeds meer hout gestookt, vaak als vervanging van aardgas, om woningen te verwarmen. Daardoor stijgen op nationaal
niveau de totale emissies van onder andere fijn stof. Tegelijkertijd worden de emissies van andere bronnen, zoals het bedrijfsleven,
verkeer en landbouw, door strengere regelgeving juist minder. Het aandeel van de emissie van onder andere fijn stof door
houtstook wordt dus groter.
Vreemd genoeg zijn er nauwelijks regels om overlast tegen te gaan. Het Bouwbesluit geeft een mogelijkheid in artikel 7.22,
waarin is aangegeven dat het verboden is om rook, roet of stof op hinderlijke of schadelijke wijze te verspreiden. Voor burgers
en voor gemeentelijke handhavers biedt de omschrijving van hinder in het Bouwbesluit onvoldoende handvatten. Hoe kun je als burger hard maken dat je onaanvaardbare hinder ondervindt en hoe kan de handhaver dit vaststellen? Daar komt bij dat de overlast vaak wordt beschouwd als een individueel probleem van de klager.
Kortom, de gevolgen van houtstook worden door zowel de landelijke als de lokale overheden nog niet echt als probleem herkend.
Voor de landelijke overheid is het een lokaal probleem dat lokaal moet worden opgelost.
De lokale overheden onderschatten het probleem en hebben ook niet de verplichting, zoals bij verkeersemissies, om het in kaart te brengen en maatregelen te nemen. Herkenning en erkenning
De kwantitatieve gegevens over de exacte omvang van het probleem zijn niet erg betrouwbaar. Het aantal kachels is niet precies bekend,
evenmin als de hoeveelheid verstookt hout en de omvang van de emissies.
Wat wel vaststaat, is dat er op alle fronten structureel sprake is van onderschatting.
De officiële verkoopcijfers geven te weinig houvast, omdat mensen ook uit het informele circuit hout betrekken. De officiële emissieschattingen kloppen evenmin, omdat deze gebaseerd zijn op metingen bij optimale verbranding in een proefopstelling: de emissiefactoren tussen goede en slechte kachels kunnen tot een factor 100 verschillen. Ook met betrekking tot de exacte gevolgen
voor de gezondheid, de dosis-effectrelatie, is nauwelijks kwantitatieve informatie beschikbaar; de kennis beperkt zich tot de
schadelijke gevolgen van fijn stof en allerlei verbindingen die in houtrook voorkomen.
Problemen verminderen. Gezien de ernst van de problemen mag het
ontbreken van juiste gegevens een stringenter overheidsbeleid niet in de weg staan.
Er zijn allerlei maatregelen denkbaar, van simpele die op korte termijn zijn te realiseren tot complexe om op lange termijn in
te voeren.
Het instellen van een stookverbod tijdens windstil weer is een maatregel die op korte termijn direct veel effect heeft.
Hetzelfde geldt voor het aanpassen van het
Bouwbesluit met een voorschrift dat de rookgassen van een
houtgestookte installatie ten minste twee meter boven de hoogste
daklijn afgevoerd moeten worden. In dit besluit kan ook worden
opgenomen dat de rookgassen ongehinderd naar boven moeten kunnen stromen. Belangrijk voor handhavers is het ontwikkelen van een hulpmiddel om vast te kunnen stellen of er sprake is van
onaanvaardbare hinder. Deze maatregelen zijn op korte termijn zonder grote overheidsinvesteringen te realiseren.
Verder zijn moderne kachels ontworpen op een goede verbranding en een hoog rendement. Mits met verstand van zaken gestookt, kunnen hierdoor veel problemen worden voorkomen.
Parallel aan deze concrete maatregelen kan geïnvesteerd worden in het verbeteren van de informatievoorziening en –uitwisseling.
Bijvoorbeeld door het instellen van een kennisplatform en door de actuele informatie beter beschikbaar te maken voor burgers en overheden.

Tijdschrift Milieu, maart 2014

Plaats een reactie